Examples of using "Provas" in a sentence and their dutch translations:
We hebben geen bewijs.
Ik heb bewijzen.
- Welke bewijzen heeft u?
- Waar is je bewijs?
- Waar is uw bewijs?
De politie had nooit genoeg bewijs.
Ik wil niet zakken voor mijn examens.
Tom werd vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs.
We hebben examens, meteen na de zomervakantie.
Het is zo voor de hand liggend dat er geen bewijs vereist is.
Er is geen bewijs dat Tom dat heeft gedaan.
Ik vind dat examens het onderwijs verpesten.
En als je nog meer bewijs wilt dat ik neurodivergent ben, ja!
De meeste studenten bereiden zich voor voor de eindexamens.
De mensen zijn dikwijls heel sceptisch over dingen als er geen geloofwaardige verantwoording voor is.