Examples of using "Férias" in a sentence and their dutch translations:
- Ik heb vakantie nodig.
- Ik ben aan vakantie toe.
Ik haat vakanties.
Ik heb een vakantie nodig.
Ik ben aan vakantie toe.
Geniet van je vakantie.
Ik ben aan vakantie toe.
Ik heb betaald verlof.
Heb je al eens vakantie genomen?
Zij is op vakantie.
De vakantie is nu voorbij.
Ik was op vakantie.
Tijdens de vakantie zal ik naar Frankrijk gaan.
Hoe heb jij je vakantie doorgebracht?
De zomervakantie is voorbij.
Ik had een goede zomervakantie.
Ik ga op vakantie.
Je hebt dringend vakantie nodig.
Volgende week ga ik op vakantie.
Ben je hier op vakantie?
Praat niet over werk. We zijn op vakantie.
Ik veronderstel dat Tom met verlof is.
- Geniet van je vakantie.
- Fijne vakantie.
- Prettige vakantie!
Ik neem vakantie volgende maand.
Ik kijk uit naar de zomervakantie.
We willen de vakantie op een rustige plek doorbrengen.
Wanneer begint je zomervakantie?
De vakantie is bijna voorbij.
In deze vakantie heb ik niets gedaan.
Ze gaan op vakantie naar Libië.
Ik ga werken tijdens de krokusvakantie.
- Heb je een kerstvakantie in Japan?
- Hebt u een kerstvakantie in Japan?
- Hebben jullie een kerstvakantie in Japan?
Wanneer begint je wintervakantie?
Vandaag is de laatste dag van onze vakantie.
Hij leest graag romans op vakantie.
We hebben examens, meteen na de zomervakantie.
Als je geen vakantie neemt dan ga je eronderdoor.
Ik heb op het strand veel vakantiegangers gezien.
Ik heb veel gezwommen tijdens deze zomervakantie.
Tom wou voor de zomervakantie nog twee kilo afvallen.
In de zomervakantie nam ik mijn belangrijkste maaltijd om middernacht.
Ze heeft haar man overgehaald de vakantie in Frankrijk door te brengen.
In de zomervakantie heb ik op een postkantoor gewerkt.
Vakanties zijn goed voor mensen die door het jaar heen verveeld raken.
Ik ben heel de zomervakantie van huis weg geweest.
Deze wintervakantie was ik in New York.
En je zou kunnen denken dat het verschillend is als je slechts reist voor vakantie...