Examples of using "Pesca" in a sentence and their dutch translations:
- Vis jij?
- Vist u?
- Vissen jullie?
Mijn vader is een bedreven visser.
In dit meer is vissen met netten niet toegestaan.
Ik heb een boek over visvangst.
Het grote schip heeft de vissersboot aangevaren.
Het belangrijkste van speervissen is dat je de vis verrast.
Hij houdt van vissen.