Examples of using "Martelo" in a sentence and their dutch translations:
Waar is de hamer?
Waar is de hamer?
Ik heb een hamer nodig.
Tom had een hamer nodig.
Ik heb een hamer nodig.
Waar heb ik de hamer neergelegd?
Waar kan ik een hamer kopen?
Pak een hamer en spijkers.
Kun je me de hamer aanreiken?
Ze sloeg hem met een hamer.
Ik heb vandaag met de hamer een stuk van het plaveisel gebroken.
Kun je me een hamer brengen uit de keuken, alsjeblieft?
Beter benijd dan beschreid.
- "Ik zie", zei de blinde man, toen hij zijn hamer opraapte en zag.
- "Ik zie", zei de blinde man, toen hij zijn hamer en zaag opraapte.
Voor iemand die alleen een hamer in z'n gereedschapskist heeft, ziet elk probleem eruit als een spijker.