Examples of using "Bateu" in a sentence and their dutch translations:
- Wie heeft je geslagen?
- Wie heeft u geslagen?
- Wie heeft jullie geslagen?
Ze sloeg hem.
Tom tikte op het raam.
Ze sloeg de deur dicht.
Tom stootte zijn hoofd.
Hij klopte op de deur.
De auto botste met de vrachtwagen.
- De auto crashte tegen de muur.
- De auto reed tegen de muur.
- De auto botste tegen de muur.
Ze sloeg me op de schouder.
Tom klopte op de gesloten deur.
Hij stootte zijn hoofd tegen het plafond.
Ze sloeg hem met een hamer.
Een lelijke man klopte bij me aan.
Tom weet wie er tegen de auto van Maria is gereden.
De auto zit helemaal in elkaar, want de bestuurder lette niet op.
Hij werd geraakt door een auto en was op slag dood.
De vrachtwagen botste tegen een auto.
De jongen sloeg de bal met zijn nieuwe knuppel.
Hij werd geraakt door een auto en was op slag dood.