Examples of using "Dirá" in a sentence and their dutch translations:
Wat zal Tom zeggen?
Hij gaat geen ja zeggen.
Mijn moeder zal zeker nee zeggen.
De verpleegster zal je uitleggen hoe dat moet.
- De tijd zal het zeggen.
- De tijd zal het uitwijzen.
- De tijd zal het leren.
Van praat komt praat.
- Zal je me de waarheid vertellen?
- Gaan jullie mij de waarheid vertellen?