Examples of using "Mundo" in a sentence and their dutch translations:
Iedereen kent iedereen.
Hallo wereld.
Hallo wereld!
Iedereen wint.
Ze reisde over heel de wereld.
Ik ben een wereldburger.
Iedereen gaat dood.
De wereld is veranderd.
- Iedereen verandert.
- Ieder mens verandert.
Iedereen schreeuwde.
Iedereen wachtte.
Iedereen liegt.
Waar is iedereen?
Ik ben een wereldburger.
Er zijn goede mensen op de wereld.
Ze reisde over heel de wereld.
Vrouwen veranderen de wereld.
Iedereen sterft uiteindelijk.
Iedereen kent hem.
De wereld is klein.
Iedereen weet dat.
God heeft de wereld geschapen.
Iedereen heeft gebreken.
Iedereen lachte hem uit.
Iedereen doet dat.
De wereld is wreed.
Darwin heeft de wereld veranderd.
Iedereen is geschokt.
- Dat is iedereen opgevallen.
- Iedereen heeft dat gemerkt.
De wereld is groot.
Tom kent iedereen.
Iedereen hield van Tom.
Vertel het aan iedereen.
Iedereen haat me.
De wereld is gevaarlijk.
Iedereen wil gaan.
Iedereen is aan het eten.
Iedereen is er.
Ik ben alleen op de wereld.
Iedereen kent je.
De wereld is vol dwazen.
- Iedereen negeerde Tom.
- Iedereen heeft Tom genegeerd.
Hoeveel talen worden er op de wereld gesproken?
De wereld is een gekkenhuis.
Iedereen verlangt naar geluk.
...en een buitengewone wereld ontdekken...
...onthult een verborgen nachtwereld...
De wereld, het mineralenuniversum...
De wereld staat op z'n kop.
Want in deze wereld groeit alles.
Je stapt in een compleet andere wereld.
- Niets zal mijn wereld veranderen.
- Niets gaat mijn wereld veranderen.
- Iedereen wacht op je.
- Iedereen wacht op u.
- Iedereen wacht op jullie.
Iedereen spreekt een taal.
Ik ben een wereldburger.
Iedereen wil gelukkig zijn.
Ieder mens is een wereld.
Niets is gratis in deze wereld.
Iedereen haat Tom.
Begrijpt iedereen het?
Het is de grootste ter wereld.
Dit is de echte wereld.
Ik wil de wereld veranderen.
- Het viel iedereen op.
- Iedereen merkte het op.
Iedereen droomt.
- Mary toonde hem de wereld.
- Mary liet hem de wereld zien.
- Iedereen vindt je leuk.
- Iedereen vindt u leuk.
- Iedereen vindt jullie leuk.
Alles stopte.
Iedereen applaudisseerde.
Iedereen weet het.
Iedereen is vertrokken.
Iedereen lachte.
Iedereen houdt van geld.
Hij heeft de hele wereld afgereisd.
Iedereen kent de wet.
De hele wereld spreekt Engels.
Ze reisde over heel de wereld.