Examples of using "Chance" in a sentence and their dutch translations:
- Onmogelijk.
- Vergeet het maar.
Onmogelijk!
Onmogelijk.
Het is de laatste kans.
Het is mijn enige kans.
Iedereen verdient een tweede kans.
Het is zijn enige kans.
- Je hebt geen enkele kans.
- Je hebt geen schijn van kans.
Geef me een tweede kans.
Er is weinig kans op succes.
Geef me nog een kans.
Geef me alstublieft nog een kans.
Ik geef jullie een laatste kans.
Ik geef je één laatste kans.
Niet alles krijgt een kans om te bestaan.
Geef Tom alstublieft een kans.
Beslist niet.
Op land is er een mogelijkheid om de pijn te verzachten.
Ik had je moeten kussen toen ik de kans had.
Ik vind dat je Tom een kans zou moeten geven.
- Dat kan niet!
- Niet waar!
Ik denk dat, aangezien hij verslavende middelen zoals thinner gebruikt, de kans op revalidatie klein is.