Examples of using "Chamas" in a sentence and their dutch translations:
Hoe heet u?
Belucht de vlammen.
Het gebouw staat in brand.
Het huis stond in brand.
Het huis staat in brand.
Uw vuilnisbak staat in brand.
- Hoe heet u?
- Wat is uw naam?
De brandweermannen spoedden zich in het brandende huis.
...maar er is ook iets magisch aan staren in de vlammen.
Het huis staat in brand.
Hoe heet je?
- Hoe heet u?
- Hoe heet je?
- Hoe heet je?
- Wat is je naam?
- Hoe heet u?
- Hoe heet je?
- Wat is je naam?
- Wat is jouw naam?
- Wat is uw naam?
Uw vuilnisbak staat in brand.
Tom stierf in de brand omdat hij terug naar het brandende huis ging om zijn spelconsole op te halen.
- Hoe heet u?
- Hoe heet je?
- Wat is je naam?
- Wat is jouw naam?
- Wat is uw naam?
- Hoe heet u?
- Hoe heet je?
- Wat is je naam?
- Wat is uw naam?