Examples of using "Ann" in a sentence and their dutch translations:
Ann houdt van chocolade.
Ik moet mijn verontschuldigingen aanbieden aan Ann.
Het lijkt erop dat hij Ann kent.
Ann speelt heel goed tennis.
Anna is een klein meisje.
Ann heeft een zwak voor chocolade.
Anna moest zich haasten deze morgen.
De moeder van Barack Obama, Ann Dunham, was antropologe.
De moeder van Barack Obama, Ann Dunham, was antropologe.