Examples of using "Szedł" in a sentence and their dutch translations:
Tom liep.
Waar ging Tom naartoe?
Hij wandelde langs de rivier.
Hij baande zijn weg doorheen de problemen.
Ik wil niet dat Tom naar je kantoor gaat.
En ik weet niet hoelang het duurt om het wrak te bereiken in die richting.
Daarom zeg ik je dat je niet alleen moet gaan.