Translation of "Sam" in Dutch

0.007 sec.

Examples of using "Sam" in a sentence and their dutch translations:

Ten sam,

Ik trek een pak aan...

Był sam.

Hij was alleen.

Szedłem sam.

Ik wandelde alleen.

Podróżuję sam.

Ik reis alleen.

Jesteś sam?

Zijt ge alleen?

Jestem sam.

Ik ben alleen.

Mieszkam sam.

Ik woon alleen.

Zadecyduj sam!

- Beslis zelf!
- Bepaal zelf!
- Besluit zelf!

- Lubi podróżować sam.
- On lubi podróżować sam.

Hij reist graag alleen.

Zrób to sam.

Doe het zelf.

Dlaczego jesteś sam?

Waarom ben je alleen?

Wolę być sam.

Ik ben liever alleen.

On jest sam.

Hij is alleen.

Staruszek mieszka sam.

De oude man leeft alleen.

Zrób to sam!

Doe het zelf!

Zrobił to sam.

Hij heeft het zelf gedaan.

Lubię chodzić sam.

- Ik ga graag alleen te voet.
- Ik wandel graag alleen.

Sam rozwiązał problem.

Hij heeft het probleem alleen opgelost.

Jestem tu sam?

Ben ik hier alleen?

Tom był sam.

Tom was alleen.

Tom pracuje sam.

Tom werkt alleen.

Nadal jestem sam.

Ik ben altijd nog alleen.

Starzec mieszka sam.

De oude man leeft alleen.

Sam to wiem.

Ik weet het zelf.

On mieszka sam.

Hij woont alleen.

Tom będzie sam.

Tom zal alleen zijn.

Muszę iść sam.

Ik moet alleen gaan.

Nigdy nie będziesz sam.

U zult nooit alleen zijn.

Dick chce jechać sam.

Dick is van plan alleen te gaan.

Mam taki sam słownik.

Ik heb precies hetzelfde woordenboek.

Tom przyszedł tu sam.

Tom kwam hier alleen.

Zrobiłeś ten sam błąd.

U hebt dezelfde fout gemaakt.

Sam bym tak powiedział.

Dat zou ik gezegd hebben.

Mieszka sam w mieszkaniu.

Hij woont alleen, in een appartement.

Problem rozwiązał się sam.

Het probleem heeft zichzelf opgelost.

Siedzę sam w domu.

Ik zit thuis alleen.

Musiałem to zrobić sam.

Ik moest het zelf doen.

Sam rozwiązałem ten problem.

Ik heb het probleem zelf opgelost.

Sam, nie rób tego!

Sam, hou op!

Byłem sam w klasie.

Ik was alleen in het lokaal.

Nie jesteś sam ciekawy?

Ben je zelfs niet nieuwsgierig?

Wolę to zrobić sam.

Ik doe het liever alleen.

Czy Tom jest sam?

Is Tom alleen?

Nie lubię jeść sam.

Ik eet niet graag alleen.

Nie mogę iść sam.

Ik kan niet alleen gaan.

Teraz jestem zupełnie sam.

Ik ben nu helemaal alleen.

Sam wiele razy się bałem.

Ik? Heel vaak.

Sam lodowiec nie jest statyczny.

Het is niet statisch.

Ciągle rozmawiam sam z sobą.

Ik praat constant met mezelf.

Był w domu zupełnie sam.

Hij was helemaal alleen in het huis.

Ty sam wybieraj bitwy w dziczy.

Kies waar je je energie in steekt in het wild.

- Sam to zrobiłem.
- Sama to zrobiłam.

Ik heb het zelf gemaakt.

Myślałem, że już zawsze będą sam.

Ik dacht dat ik altijd alleen zou zijn.

Czy byłeś kiedykolwiek sam na karaoke?

Ben je weleens alleen naar de karaoke geweest?

- Czy mieszkasz sam?
- Czy mieszkasz sama?

Woon je alleen?

Mam ten sam problem co ty.

- Ik heb hetzelfde probleem als gij.
- Ik heb hetzelfde probleem als jij.

Jeśli chcesz być kochany, kochaj sam!

Als je geliefd wilt zijn, heb dan lief!

I jesteś sam, jesteś w ogromnych tarapatach.

...en je strandt hier... ...heb je echt 'n probleem.

Ale najstarszy brat potrafi sam się wspinać.

Maar de oudste broer kan zelf klimmen.

Że prezydentury przypominają monarchie. Ten sam splendor.

Dat presidenten net vorsten zijn. Een rode loper...

Dom to coś więcej niż sam budynek.

Thuis is meer dan gewoon een gebouw.

Sam jest dwa lata młodszy od Toma.

Sam is twee jaar jonger dan Tom.

I przez część tego czasu sam był więziony

en een deel van die tijd zat hij zelf in de gevangenis

Mój brat jest wystarczająco duży, by podróżować sam.

Mijn broer is oud genoeg om alleen te reizen.

- Sam podjąłem tę decyzję.
- Sama podjęłam tę decyzję.

Ik heb die beslissing zelf genomen.

Matka poluje na ryby, więc musi bronić się sam.

Ze moet op zichzelf passen als haar moeder aan het vissen is.

Gdy nurkujesz sam, wszystko w wyposażeniu musi być idealne.

Als ik alleen duik, moet alles aan mijn uitrusting perfect zijn.

Jeśli mi nie wierzysz, idź i przekonaj się sam.

Als je me niet gelooft, ga dan zelf kijken.

Kiedy byłem mały, czytałem godzinami, sam w swoim pokoju.

Toen ik klein was, las ik urenlang alleen op mijn kamer.

Ten karto jest za duży bym niósł go sam.

Deze doos is te zwaar voor mij om alleen op te tillen.

Kto pod kim dołki kopie, ten sam w nie wpada.

Wie een put graaft voor een ander, valt er zelf in.

- Przyzwyczajony jestem do gotowania sobie posiłków.
- Zwykle sam sobie gotuję.

Ik ben gewend om voor mezelf te koken.

Tylko ty możesz to zrobić, ale nie zrobisz tego sam.

- Alleen jij kunt het doen, maar je kunt het niet alleen doen.
- Jij alleen kunt het doen, maar je kunt het niet alleen doen.

Chroniony kawałkiem lasu wodorostów. Bo las sam w sobie tłumi falę.

...dat beschermd wordt door een groot kelpwoud. Want het bos zelf dempt de deining.

Jestem taki głupi… próbuję wytłumaczyć Tobie rzeczy, których sam nie rozumiem.

Ik ben zo stom... Ik probeer je dingen uit te leggen die ik zelf niet begrijp.

"Pokoloruj kształt, który jest taki sam jak pierwszy w każdym rzędzie".

"Kleur de vorm die gelijk is aan de eerste vorm in elke rij."

Brazylia na globusie ma ten sam kształt, jak Brazylia według odwzorowania Mercatora.

Brazilië heeft op de wereldbol dezelfde vorm als op de Mercator projectie.

- Właśnie dlatego mówię ci, żebyś nie szedł sam.
- Właśnie dlatego mówię ci, żebyś nie szła sama.

Daarom zeg ik je dat je niet alleen moet gaan.

Odpowiada za liczne zgony w Japonii i co najmniej jeden w Indonezji. Jeśli sam jad cię nie zabije,

Verantwoordelijk voor verschillende doden in Japan, en minstens een in Indonesië... ...als je niet sterft door de injectie van deze bloem...