Examples of using "Byłeś" in a sentence and their dutch translations:
- Je was gelukkig.
- Jullie waren gelukkig.
- U was gelukkig.
- Was je daar?
- Was u daar?
Was je bezig?
- Was je ziek?
- Was u ziek?
- Waren jullie ziek?
Je was perfect.
Je was jaloers.
Ben jij ooit wel eens gearresteerd?
- Ben je in het buitenland geweest?
- Bent u in het buitenland geweest?
- Zijn jullie in het buitenland geweest?
- Ben je naar Australië geweest?
- Bent u naar Australië geweest?
- Zijn jullie naar Australië geweest?
- Waarom was je daar?
- Waarom was u daar?
- Waarom waren jullie daar?
Oh, je bent naar de kapper geweest.
Waar was je de vorige nacht?
Ben je ooit naar Boston geweest?
Waar was je de vorige nacht?
Je bent al naar Berlijn geweest.
- Ben je ooit naar Hokkaido geweest?
- Heb je ooit Hokkaido bezocht?
- Ben je al eens in Parijs geweest?
- Ben je ooit in Parijs geweest?
- Ben je ooit naar Parijs geweest?
- Ben je ooit naar de opera geweest?
- Zijn jullie ooit naar de opera geweest?
Ben je al eens eerder naar Boston geweest?
- Ben je nooit naar Parijs geweest?
- Bent u nooit naar Parijs geweest?
- Ik dacht dat je vroeger een leraar Frans was.
- Ik dacht dat u vroeger Frans gaf.
Waart gij gisteravond thuis?
- Waar ben je gisteren geweest?
- Waar was je gisteren?
Ben je weleens alleen naar de karaoke geweest?
Je bent nog nooit in Europa geweest, toch?
Ik wil weten waar je gisteravond was.
Ben jij ook naar die nachtclub geweest?
Ik wist niet dat ge in deze stad waart.
Hoeveel eieren kon je gisteren krijgen?
- Waar waren jullie?
- Waar ben je geweest?
- Waar was je?
- Waar zijn jullie geweest?
Waar was jij de nacht dat Tom vermoord is?
Je was een goede partner. Je beslissingen hebben ons veilig gehouden en het tegengif helpen vinden.
- Je was goed voor ons geweest.
- Jullie waren goed voor ons geweest.
- U was goed voor ons geweest.
Ik wist niet dat je druk was.
Heb je alles kunnen doen, wat je wilde doen?