Examples of using "Hívni" in a sentence and their dutch translations:
- Ze zullen bellen.
- Zij zullen bellen.
- Ze gaan bellen.
- Zij gaan bellen.
- Ik zal hem even bellen.
- Ik bel hem even op.
- Zou je misschien later kunnen terugbellen?
- Kan je me later bellen, alsjeblieft?
Ik ga de politie bellen.
Ik zal haar vanavond bellen.
En om ons terroristen te noemen terwijl dit enorme drama zich afspeelt
Ik wilde net mijn e-mail gaan controleren.
Tom zei dat hij je later belt.
heeft geleid tot een broodnodige nadruk op het controleren van de feiten.
Ik ga de politie bellen!
Over twintig minuten bel ik terug.