Examples of using "Mondta" in a sentence and their dutch translations:
- Wie zei dat?
- Wie heeft dat gezegd?
zei de Reus.
- Hij zei ja.
- Hij heeft ja gezegd.
- Hoe bedoelt u?
- Pardon?
Hij zei dat hij zou komen.
Hij zei dat hij het druk had.
En toen zei hij:
en zei in plaats daarvan het volgende:
"Vertrouw me", zei hij.
Wie heeft er afgezegd?
Tom zei dat.
- „Jij spreekt te veel”, zei hij.
- „Jij praat te veel”, zei hij.
Hij zei: "Ik kom uit Canada."
Hij zei dat hij arm was.
Hij vertelde me de waarheid.
- Heeft Tom gezegd waarom?
- Zei Tom waarom?
Hij zei: "Het is negen uur."
"Dat klopt", zei John.
Wie heeft je dat gezegd?
Ze vertelde me dat ze zwanger was.
Tom vertelde me dat hij gelukkig was.
Dat is wat mijn moeder zei.
Tom heeft dat niet gezegd.
Wie het ook gezegd heeft, ik twijfel eraan.
Ze zei dat ze ziek was.
Hij zei dat hij 19 jaar oud was.
Tom zei dat ze op hem zaten te wachten.
- Ze zei dat het belangrijk was.
- Het was dringend, zei ze.
...en hij zei tegen het volk:
En een van zijn redacteuren vroeg me:
Hij zei dat hij daar eerder heen geweest is.
- Het is onmogelijk dat ze dat gezegd heeft.
- Het is onmogelijk dat ze dat heeft gezegd.
- Het is onmogelijk dat zij dat heeft gezegd.
- Het is onmogelijk dat zij dat gezegd heeft.
Ze zei dat ze gelukkig was.
Tom heeft me dat vandaag verteld.
Tom zei dat het een noodgeval was.
Tom zei dat hij ziek was.
Goeiemorgen, zei Tom glimlachend.
Tom zei dat hij het niet wist.
Hij zei dat het negen uur was.
Hij zei me dat ik langzamer moest praten.
Ze zei dat ze een verpleegster was, maar dat was een leugen.
Hij zei me dat haar vader niet thuis was.
Hij zei: 'Maar ik wil veranderen.
komt het neer op iets dat mijn oma altijd zei:
Ze begon te snikken en zei onmiddellijk:
Ik vraag me af waarom niemand me dat verteld heeft.
Hij zei dat hij voor middernacht terug zou zijn.
Hij zei dat het negen uur was.
Uiteindelijk vertelde Tom de waarheid.
Tom ontkende dat gezegd te hebben.
Hij vertelde me dat zijn vader was overleden.
- Hij heeft de waarheid verteld.
- Hij vertelde de waarheid.
Tom zei dat hij naar bed moest.
Tom zei dat hij geen Frans kent.
Rudy pauzeerde even en zei toen:
Hij vertelde me dat hij voor uittreding had gestemd,
"Dat is een afschuwelijk zicht," zei hij ontzet.
„De staat, dat ben ik!” zei de koning.
Zij heeft me gezegd het raam open te doen.
Tom zei dat hij geen vlees eet.
Hij zei dat niemand hem kon helpen.
Tom heeft me vandaag verteld dat hij van me houdt.
Tom zei dat hij naar bed moest.
Thomas zei dat hij de stem van Maria had gehoord.
Maar elke keer dat er iemand op bezoek kwam was het weer:
die naar de centrale figuur keek en zei:
Ze zei dat steden, mensen, architectuur zullen komen en gaan,
Auntie Mame zei: "Het leven is een feestmaal" --
- Ik begrijp niet waarom hij de waarheid niet zei.
- Ik begrijp niet waarom hij de waarheid niet verteld heeft.
Tom heeft me verteld dat hij niemand kent die Mary heet.
De dokter zei dat ik niet te veel moet eten.
Mijn vriendin zei dat ze een nieuw horloge had gekocht.
Zij zei aan de kok "Bedankt voor het eten."
Tom heeft me gezegd dat we geen tijd meer hebben.
"Daar heb ik nog nooit aan gedacht," zei de oude man. "Wat moeten we doen?"
Ze zei dat ik moest ophouden met roken.
Hij zei ons dat hij veel moeilijkheden ondervonden had.
Tom zei tegen iedereen dat hij uitgeput was.
Ik vroeg haar naar haar plannen en ze zei:
Tom zei dat hij niet wist wie Maria's vriend was.
Tom zei dat hij je later belt.
Tom zei tegen me dat ik gelijk moest vertrekken.
Hij zei dat hij moe was en daarom vroeger naar huis zou gaan.
toen een oudere blanke man naar me toe kwam lopen en zei:
En hij zei: "Oh, ja, goede vraag, heel makkelijk.
De pastoor zegde dat Tom in de hel zal branden.
Tom zei tegen me dat ik beter gelijk weg kon gaan.
Tom zei dat hij niet genoeg tijd had om zijn lunch zelf te bereiden.
"Ik kan niet nadenken met al dit lawaai," zei ze, starend naar de typemachine.
Hij zei dat hij me zou meenemen op de Everest-expeditie in '53.
Tom zei dat hij de kerstman op de Noordpool wilde bezoeken.
Als Tom dat heeft gezegd, dan is het waarschijnlijk waar.
Iets zegt me dat we het laatste nog niet van hem gehoord hebben.