Examples of using "„hm" in a sentence and their dutch translations:
Wat?
Hmm...
Zullen we ons vandaag treffen?
...dacht ze: oké, slangsterren stelen mijn eten.
''Waarom heb je nog geen smartphone?'' – ''Waarom zou ik er een moeten hebben?'' – ''Hm, gewoon. Iedereen heeft er al een.''