Examples of using "Még" in a sentence and their dutch translations:
Het regent nog.
Nog niet.
- Anders nog iets?
- Nog iets anders?
- U bent nog jong.
- Ze zijn nog jong.
Het sneeuwt nog steeds.
Jullie zijn nog jong.
Hij is nog in leven.
Regent het nog steeds?
- Ik ben altijd nog alleen.
- Ik ben nog steeds single.
- Ik ben nog steeds vrijgezel.
Nogmaals bedankt.
Het regent nog.
Zijn jullie er nog steeds?
- Regent het nog?
- Regent het nog steeds?
- Ik ben nog in leven.
- Ik leef nog.
Ze zijn nog jong.
- Nog een keer.
- Nogmaals!
- Nog een keer!
Hij is nog aan het werk.
Hij is nog steeds boos.
Hij slaapt nog.
Nog niet.
- Nogmaals?
- Nog een keer?
Ik kan blijven.
Nog iets anders?
- Nogmaals!
- Nog een keer!
Heb je het nog steeds koud?
- Daar krijgt ge nog spijt van!
- Je zult er spijt van krijgen!
Nog eentje?
- Ik ben nog bezig.
- Ik werk nog.
- Ze is nog niet hier.
- Zij is er nog niet.
Hij is er nog niet.
Ze is nog een meisje.
Geloof je Tom nog?
Hij is nog steeds boos.
Heb je nog geen middageten gegeten?
We zijn nog niet klaar.
Die zal in de gevangenis eindigen.
- Wat heb je nog meer nodig?
- Wat hebt u nog meer nodig?
Ben je nog steeds boos op me?
Waarom bent u nog steeds hier?
Het is nog niet voorbij.
Het portret wordt nog geschilderd.
Ik zou graag wat meer water willen.
- Hallo? Ben je er nog?
- Hallo? Bent u er nog?
en nog dichterbij.
want je zult elkaar weer tegenkomen.
En er is meer.
Ik was nog maar een jongetje.
Ik weet het nog niet.
- We hebben nog tijd.
- Er is nog tijd.
Ik hou nog steeds van je.
Wat kan ik nog doen?
- Wablieft?
- Wat zegt u?
- Ben je nog steeds thuis?
- Bent u nog steeds thuis?
- Zijn jullie nog steeds thuis?
Kan het wachten?
Neem er nog een.
Controleer nog eens.
Tom is nog steeds jong.
- Wil je meer ijs?
- Wilt u meer ijs?
- Willen jullie meer ijs?
Ik heb nog niet ontbeten.
Ik wil je terugzien.
Ik haat je nog steeds.
Ik ben nog steeds duizelig.
- Is er nog zout?
- Is er zout over?
Hij is nog niet thuis.
Ik heb nog niet gegeten.
Tom is nog steeds een student.
Ik was nog thuis.
Is er nog meer bier?
Hebben we nog azijn?
Nogmaals bedankt.
Speel je nog steeds gitaar?
Ik heb nog steeds honger.
Er is nog hoop.
Heeft ze nog koorts?
Maar hij leeft nog?
Ik ben op vakantie geweest.
Ik heb het nog niet gelezen.
Tom leeft nog.
Ze zijn nog steeds aan het zoenen.
Het is nog niet voorbij.
- We hebben nog tijd.
- Er is nog tijd.
Vertrekt er nog iemand anders?
Ik kan nog steeds vechten.
Ik zal erover nadenken.
Houd je nog steeds van Tom?
Heb je nog geen middageten gegeten?
Herinner je je mij nog?
Slaapt Tom nog?