Examples of using "érek" in a sentence and their dutch translations:
- Ik ben momenteel bezig.
- Ik ben nu bezig.
- Ik ben momenteel bezig.
- Ik ben nu bezig.
Ik kan je voor zijn op het station.
Ik moet boodschappen gaan doen, ik ben er over een uur weer.
Ik heb geen tijd.
Ik moet boodschappen gaan doen, ik ben er over een uur weer.
Spijtig genoeg heb ik nu te veel te doen.
Ik heb geen tijd om te lezen.