Examples of using "állomásra" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben vanuit het station per taxi gekomen.
Hoe kom ik aan het station?
Deze bus brengt je naar het station.
- Ik kan je voor zijn op het station.
- Ik kan voor u in het station zijn.
Ik ben pas aangekomen in het station.
Ik kan je voor zijn op het station.
Deze bus zal u naar het station brengen.
Hoe lang duurt het om het station te bereiken?