Examples of using "Vacances " in a sentence and their dutch translations:
Laten we genieten van de lange vakantie!
Hoe was je vakantie?
Ik ben aan vakantie toe.
Waar ga je heen op vakantie?
Wat heb je in de vakantie gedaan?
Waar ga je heen op vakantie?
Waar ben je met vakantie geweest?
In de dierentuin praten de dieren over de eerstvolgende vakantie: - Vertel me, giraffe, waar ga je op vakantie naartoe? - Nou, ik heb een grote nek, mijn vrouw heeft een grote nek en mijn kinderen hebben ook grote nekken. En omdat we niet graag opvallen, gaan we naar Afrika, waar andere giraffen zijn. - En jij ijsbeer, waar ga je heen? - Nou, ik heb een grote vacht, mijn vrouw heeft een grote vacht en mijn kinderen hebben ook een grote vacht. En omdat we niet graag opvallen, gaan we naar de Noordpool, waar andere ijsberen zijn. - En jij, de krokodil, waar ga jij heen? - Nou, ik heb een grote mond, mijn vrouw heeft een grote mond, mijn kinderen hebben ook een grote mond, dus omdat we niet graag opgemerkt worden, gaan we naar Londen....