Examples of using "Uniforme" in a sentence and their dutch translations:
Heb je een schooluniform?
Als het leger in wit uniform de koning in zwart uniform gevangenneemt, wint dat leger het spel.
Ieder van ons draagt een schooluniform.
We dragen allemaal een uniform naar school.
Het schoolreglement verplicht de leerlingen tot het dragen van een schooluniform.
Het schoolreglement verplicht de leerlingen tot het dragen van een schooluniform.