Examples of using "Noir" in a sentence and their dutch translations:
Het was zwart.
- Alles werd donker.
- Alles werd zwart.
Jouw kat is zwart.
Ja, kijk. Zwart.
Zwart wint.
Het is donker.
Alles werd donker.
Ze droegen allen zwart.
Zij kleedt zich altijd in het zwart.
Zwart staat je goed.
Alles werd donker.
De zwarte kat rent snel.
...gloeien in het donker.
Is het niet zwart?
Het is een zwart gat.
De kat is zwart.
Het paard is zwart.
Ik geef de voorkeur aan de zwarte.
Ze droeg zwart.
Het potlood is zwart.
Ik hou van pure chocolade.
Mijn paard is zwart.
Het is helemaal donker.
Ze droegen allen zwart.
De mijne is zwart.
Jouw kat is zwart.
Alles werd donker.
Mijn kat is zwart.
De vlag is zwart.
Zij kleedt zich altijd in het zwart.
Zij heeft een kleine zwarte hond.
Is het paard zwart?
Zij was helemaal in het zwart gekleed.
- Het is buiten pikzwart.
- Het is buiten pikdonker.
Ze gloeien...
- Het is buiten pikzwart.
- Het is buiten pikdonker.
Zwart staat je goed.
Ze droeg een zwarte hoed.
Ze is altijd in het zwart gekleed.
Waar is de zwarte kat?
Hij heeft zijn koffie graag zwart.
- De zwarte is van mij.
- Het zwarte is van mij.
Het staat hier zwart op wit.
Is het paard zwart?
Hij drinkt zijn koffie altijd zwart.
Voor mij is dat zwart of wit.
Zij was helemaal in het zwart gekleed.
Niet alles is zwart-wit.
Ze heeft een kleine zwarte hond.
Hij kleedt zich altijd in het zwart.
Een raaf is zwart als kool.
Ik heb twee honden. De ene is wit, de andere zwart.
Die mijn is pikkedonker van binnen.
Slapen in het donker is gevaarlijk.
Hij is verdwaald in de duisternis.
Katten kunnen in het donker zien.
Ik hou meer van koffie dan van zwarte thee.
De hele stad lag in het donker.
Uilen kunnen in het donker zien.
- Tom heeft zijn haar zwart geverfd.
- Tom verfde zijn haar zwart.
Het was stikdonker.
Hij koopt de tabak op de zwarte markt.
Je hebt een blauw oog.
- Is die zwarte zak van jou?
- Is deze zwarte tas van u?
Honden kunnen in het donker zien.