Examples of using "Sonna" in a sentence and their dutch translations:
De wekker ging af.
De wekker ging af.
De bel ging.
De klok sloeg tien.
- Ik was in bad toen de telefoon ging.
- Ik was een bad aan het nemen toen de telefoon ging.
Ik had nog niet opgehangen of de telefoon ging alweer over.
Terwijl ik in bad zat, belde de telefoon.
De telefoon ging juist toen zij op het punt stond te vertrekken.