Examples of using "Cloche" in a sentence and their dutch translations:
Er is iets aan de hand.
De klok luidt.
De bel ging.
De klok luidt.
Is er iets met hem aan de hand?
- Ik heb de indruk dat iets niet klopt.
- Ik denk dat er iets mis is.
Wat een idioot!
De klok heeft nog niet geluid.
- Iets klopt niet.
- Er is iets raars aan de hand.
- Iets klopt hier niet.
- Er is iets aan de hand!
Is er iets mis?
Er is niets mis met haar conditie.
Hier klopt iets niet.
We kunnen elke morgen de klok van de kerk horen.
Ik denk dat er iets mis is.
- Wat is er mis met je?
- Wat is er mis met u?
- Wat is er mis met jullie?
- Wat mankeert jou?
- Wat is jouw probleem?
Er is iets mis met de remmen.
- Er klopt iets niet.
- Er is iets mis.
- Er is iets aan de hand.
- Iets gaat niet goed.
Is er iets mis?
Is er iets met hem aan de hand?
Wat is er mis met de manier waarop ik gekleed ben?