Examples of using "Qu'il" in a sentence and their dutch translations:
Alles wat hij weet is dat hij niet weet dat hij het weet.
Alles wat hij weet is dat hij niet weet dat hij het weet.
die zich had geopenbaard toen hij een jonge man was.
Wacht alsjeblieft tot hij terugkomt.
Alles wat hij weet is dat hij niet weet dat hij het weet.
Hij zei te vrezen dat het zou regenen.
Laat ons vertrekken van zodra hij terug is.
Vind je het niet vreemd dat hij er niet is?
Ik hoop dat hij komt.
Ik wacht op zijn komst.
- Ik kan niet wachten op de regen.
- Laat 't regenen.
- Laat het regenen.
Wacht alsjeblieft tot hij terugkomt.
Wacht alsjeblieft tot hij terugkomt.
Hij zei dat hij mij wou helpen.
Zo groot!
Hij zei dat hij arm was.
- Ik wist niet dat hij er was.
- Ik wist het niet, dat ie daar was.
- Ik wist niet dat hij daar was.
- Hij komt zonder twijfel.
- Ik ben er zeker van dat hij komt.
- Ik weet zeker dat hij komt.
- Ik ben er zeker van dat hij zal komen.
Ik vind dat hij competent is.
- Doe wat hij je vraagt.
- Doe wat hij je zegt.
- Ik denk dat hij onschuldig is.
- Volgens mij is hij onschuldig.
Ik weet zeker dat hij komt.
Ik dacht dat hij onschuldig was.
Ik blijf hier wachten tot hij komt.
Ik denk dat hij gelijk heeft.
en over wat hij deed --
Omdat hij me uitnodigde.
- Hoe snel werkt Tom toch!
- Je moet zien hoe snel Tom werkt!
- Hij speelt hier.
- Hij is hier aan het spelen.
Om het even.
- Ik vrees dat het zal gaan regenen.
- Ik ben bang dat het gaat regenen.
We denken dat hij zal komen.
Moge hij rusten in vrede!
Ik moet bekennen dat hij gelijk heeft.
Ik denk dat hij succes zal hebben.
Wat moest worden bewezen.
Ik veronderstel dat hij zal komen.
- Wat hij zei bracht mij in verlegenheid.
- Ik schaamde me voor wat hij zei.
- Ik vind het fijn wanneer het koud is.
- Ik vind het leuk als het koud is.
Ik weet dat hij leest.
Ik wist dat hij zou accepteren.
- Laten wij hier wachten tot ze terugkomt.
- Laten we hier wachten totdat hij terugkomt.
Akkoord.
Ik hoop dat hij op me wacht.
Ik hoop dat hij slaagt.
- Sneeuwt het?
- Is het aan het sneeuwen?
Komt hij?
Wat drinkt hij?
Wat eet hij?
Bestaat hij?
Ik wist niet dat hij daar was.
- Weet hij?
- Weet hij ervan?
Werkt het?
Hij vraagt erom.
Het maakt ons niet uit wat hij doet.
Ik ben zeker dat hij zal slagen.
Ik ben er zeker van dat hij zal komen.
Ik ben bang dat het morgen gaat regenen.
Ik ging naar buiten, ook al regende het.
Het is duidelijk dat hij gelogen heeft.
Tom zei dat hij me leuk vond.
- Doe alles wat hij je ook beveelt.
- Doe datgene wat hij je zegt om te doen.
Volgens mij heeft hij gelijk.
Ik ben bang dat hij een fout zal maken.
Snap je wat hij zegt?
Ik zal hier wachten tot hij terugkomt.
Je hebt het juiste gedaan.
Ik denk dat hij iets verbergt.
- Luister met aandacht naar wat hij zegt.
- Let op wat hij zegt.
Ik wist dat hij loog.
Weet je wat hij zei?
Ze kwamen tot de conclusie dat hij gelogen had.
Ik geloof dat het morgen gaat sneeuwen.
- Heb jij begrepen wat hij zei?
- Hebt gij begrepen wat hij zei?
- Ik denk dat hij nooit meer zal terugkomen.
- Ik geloof dat hij nooit meer zal terugkomen.
Zeg tegen Tom dat hij morgen een das moet dragen.
Ik denk dat het weldra gaat regenen.
Heb je gesnapt wat hij zei?
Want het was niks
Daarom begint hij te grommen.
hoe groot of hoe klein,
Ik denk dat hij gelukkig is.
Je bent vrij om te doen wat je wilt.