Examples of using "Semblables" in a sentence and their dutch translations:
- Ze lijken op elkaar.
- Zij lijken op elkaar.
- Ze lijken op elkaar.
- Zij lijken op elkaar.
De tweeling ziet er precies hetzelfde uit.
Ze lijken zo op elkaar dat ik ze nooit uit elkaar kan houden.
Spiegelachtige cellen in haar ogen versterken het weinige aanwezige licht.
Geholpen door de vloedgolf van de nieuwe maan... ...stijgen duizenden van haar soort richting het oppervlaktewater.