Examples of using "S’est" in a sentence and their dutch translations:
Hij besloot om arts te worden.
Hij viel in slaap met de radio nog aan.
Laten we vergeten wat er vandaag is gebeurd.
Iedereen heeft zich goed vermaakt.
Hij bracht een groep wetenschappers samen
Is er iets gebeurd tussen jou en Tom?
- Hoe ging de toets?
- Hoe ging het proefwerk?
Is er iets gebeurd tussen jou en Tom?
Hij heeft een ongeluk gehad en zijn been gebroken.
Het is donker geworden, hè? Zou het gaan regenen?
Hoe is je examen verlopen?
Mary sloot zichzelf op in haar kamer en deed alle ramen dicht.
- Uiteindelijk hebben we geluk gehad. Alles is goed verlopen!
- Uiteindelijk hebben we gezwijnd. Alles is op zijn pootjes terechtgekomen!
Een brug stortte in in Genua, Italië, en kostte het leven aan 39 mensen.
Niemand weet precies wat er op die winternacht is gebeurd.
Mary sloot zichzelf op in haar kamer en deed alle ramen dicht.
Tom verstopte zich onder de tafel.
Mensen maken zich veel meer zorgen over de eeuwigheid na hun dood dan over de eeuwigheid die zich voor hun geboorte heeft afgespeeld. Het is echter dezelfde hoeveelheid eeuwigheid, die zich uitrolt in alle richtingen vanaf het punt waar wij staan.