Translation of "Ressemblait" in Dutch

Est-ce qu'il ressemblait à un docteur ?

Leek hij op een dokter?

De loin, il ressemblait à un visage humain.

Vanuit de verte gezien zag het eruit als een menselijk gezicht.

Vue de loin, l'île ressemblait à un nuage.

Vanuit de verte gezien zag het eiland eruit als een wolk.

Vu de loin, le rocher ressemblait à un visage humain.

Van ver gezien leek die rots op een menselijk gezicht.

Car il ne ressemblait en rien à ce que j'avais imaginé.

Want hij leek niet op degene die ik me had voorgesteld.

Je peux à peine me souvenir à quoi mon grand-père ressemblait.

Ik kan me nauwelijks herinneren hoe mijn grootvader eruitzag.

Un arc-en-ciel, et la mer pour lui ressemblait à du vin.

een regenboog, hij verwees ook naar de zee die er "als wijn" uitzag.