Translation of "Pois" in Dutch

0.002 sec.

Examples of using "Pois" in a sentence and their dutch translations:

Je mange très volontiers des petits pois.

Ik eet graag erwten.

Le brouillard aujourd'hui est comme de la purée de pois.

De mist is vandaag zo dik als erwtensoep.

Vous devriez manger plus de lentilles et de pois chiches.

Je zou meer linzen en meer kikkererwten moeten eten.

- Il n'a qu'un os de chat dans la cervelle.
- Il n'a qu'un petit pois dans la tête.

- Hij is niet al te slim.
- Hij is niet de snelste vos in het bos.
- Hij is niet veel soeps.