Examples of using "Tête" in a sentence and their dutch translations:
- Houd het hoofd koel.
- Hou het hoofd koel.
Zou ik u onder vier ogen kunnen spreken?
Mijn hoofd explodeert.
Mijn hoofd explodeert.
Wat een puzzel!
Hij schudde met zijn hoofd.
Ik was duizelig.
Ik heb hoofdpijn.
Het standbeeld heeft geen hoofd.
Tom knikte.
Wind je niet op.
Tom werd gek.
- Tom is eerst.
- Tom staat eerst.
- Tom is de eerste.
Houd het hoofd koel.
Maria knikte.
Sami knikte.
Ik voel me duizelig.
Het standbeeld heeft geen hoofd.
Trek zo geen gezicht!
Hij heeft mij op het hoofd geslagen.
Hij had hoofdpijn.
Het is allemaal in jouw hoofd.
Mijn hoofdpijn is verdwenen.
Hij heeft hoofdpijn.
Elke maandag heb ik een een-op-eengesprek met mijn manager.
Handen op het hoofd!
Mijn hoofdpijn is verdwenen.
- Mijn hoofd doet geen pijn meer.
- Mijn koppijn is over.
Blijven we vastzitten in ons hoofd.
Mijn hoofd zit vol.
Ik heb hoofdpijn.
Ik voel me duizelig.
Hij schudde met zijn hoofd.
Ik denk met mijn hoofd.
- Je ziet er verschrikkelijk uit.
- U ziet er verschrikkelijk uit.
- Jullie zien er verschrikkelijk uit.
- Ben je gek geworden?
- Zijn jullie gek geworden?
- Bent u gek geworden?
Ik heb iets anders in gedachten.
- Stop met pruilen!
- Hou op met pruilen!
Arme dwaas!
Het standbeeld heeft geen hoofd.
Het standbeeld heeft geen hoofd.
Kan je op je hoofd staan?
- Jouw naam staat bovenaan de lijst.
- Jouw naam staat bovenaan op de lijst.
Ik heb hoofdpijn.
Hij heeft hoofdpijn.
- Ben je niet goed wijs?
- Ben je helemaal gek geworden?
- Ben je nou helemaal bedonderd?
- Ben je je verstand kwijt?
Hij legde zijn hoofd op het kussen.
Ze legde haar hoofd op het kussen.
Mijn hoofd doet echt pijn.
Jij moet je hoofd laten nakijken.
Ik heb een beetje hoofdpijn.
Mijn hoofd explodeert.
- Hij had koppijn.
- Hij had hoofdpijn.
Mijn hoofd doet echt pijn.
Carol heeft hoofdpijn.
Mijn hoofdpijn is over.
- Wat zijn jullie van plan?
- Wat voeren jullie in je schild?
Ik had verschrikkelijke hoofdpijn.
Je hebt me in vuur en vlam gezet.
- Dit slaat nergens op.
- Daar is kop noch staart aan te krijgen.
Hij sloeg op zijn hoofd.
Mijn hoofd doet echt pijn.
Ik berekende alles in mijn hoofd.
Ik knikte.
Haal dat van je hoofd af.
Hij heeft hoofdpijn.
Heeft u hoofdpijn?
Handen op het hoofd!
Tom stond op zijn kop.
Daarmee pinnen we zijn kop vast. Onthoud dat de kop altijd het gevaarlijkst is.
- Ik heb een beetje koppijn vandaag.
- Ik heb lichte hoofdpijn vandaag.
- Ik heb vandaag hoofdpijn.
- Hij is een hoofd groter dan ik.
- Hij is een kop groter dan ik.
Ik heb verschrikkelijke hoofdpijn.