Examples of using "Masque" in a sentence and their dutch translations:
Zijn masker is gevallen.
Draag alstublieft een masker.
Hij draagt geen masker.
en dat babymasker is kapot.
De politieagent draagt een gasmasker.
De man droeg een tijgermasker.
De overvallers droegen allen een masker.
Geef een mens een masker, en hij zal de waarheid zeggen.