Examples of using "Cet" in a sentence and their dutch translations:
Voer dit dier!
Die student is lui.
- Wie is deze man?
- Wie is die man?
- Hoe heet deze vogel?
- Hoe heet die vogel?
- Hoe heet deze vogel?
- Hoe noem je deze vogel?
- Hoe heet die vogel?
- Hoe heet deze vogel?
- Hoe noem je deze vogel?
- Hoe heet die vogel?
in die laatste tijd,
- Dit ei ruikt slecht.
- Dit ei stinkt.
- Let op deze man.
- Hou deze man in de gaten.
Ik hou van deze citrusvrucht!
Dat vliegtuig is pas groot!
Hoe noem je deze vogel?
Hoe heet deze vogel?
Ik geef je dit geld.
Hebt u deze man gezien?
Deze man heeft een paard.
Heb je dit artikel gelezen?
Wat heb je deze zomer gedaan?
Jij kijkt naar die boom.
Laten we het eens bekijken.
Het was dit antieke instrument,
Laten we het wrak vinden.
En met dit illegale geld
Kijk naar dat rode gebouw.
- Wie is deze man?
- Wie is die man?
Deze man is dood.
Deze vogel kan vliegen.
Luister niet naar die man.
Die man is een soldaat.
Deze laptop is van mij.
Die man is gevaarlijk.
Welke vogel is dat?
Deze boom is lang.
Deze tiener is puisterig.
Die student is lui.
Gelieve deze computer te gebruiken.
Dat vliegtuig is reusachtig!
Ik woon in dit hotel.
Ik ken deze plek.
Hoe heet deze boom?
Ken je die man?
Dit instrument is reusachtig.
Deze boom is indrukwekkend.
Deze man is Oezbeeks.
Dit kind is volwassen geworden.
Dit kind is brutaal.
Deze man lijkt verward.
Dit boek is geweldig.
Dat insect is zeer klein.
Deze acteur is uitstekend.
Deze schrijver is amoreel.
- Dit apparaat lijkt defect te zijn.
- Dit apparaat lijkt defect.
- Dit gesprek is gratis.
- Deze oproep is gratis.
- Dit telefoontje is gratis.
Hij bewondert deze schrijver.
- Zij bewondert deze schrijver.
- Ze bewondert deze schrijver.
- Deze plek is atypisch.
- Deze plaats is atypisch.
- Jullie zullen deze oefening afmaken.
- U zult deze oefening afmaken.
Deze plek is griezelig.
Wie is die man?
- Hij zal deze namiddag komen.
- Hij komt vanmiddag.
Dit eekhoorntje heeft hoogtevrees.
Hoe noem je deze vogel?
Dit product is van hoge kwaliteit.
Ik heb al met deze student gesproken.
Deze vogel kan niet vliegen.
- Wie is deze persoon?
- Wie is die persoon?
Ga je deze zomer ergens naartoe?
Wie is die man daar?
Ik word dit jaar 30 in oktober.
Deze computer werkt op batterijen.
Wat gaan jullie vanmiddag doen?
Wanneer heb je deze computer gekocht?
Ik heb al met deze student gesproken.
Deze boom kan het goed doen.
De toekomst is deze inspanning waard.
Hij was lief en empathisch,
Dit is een dier dat bedenkt...
Met dat geld kunnen we wegen bouwen
Wat is dat vliegtuig vlug!
De vogel spreidde zijn vleugels.
Beschrijf dat ongeval in detail.