Translation of "Hawaii" in Dutch

Nous sommes restés à Hawaii pour Noël.

- We verbleven in Hawaï met Kerstmis.
- We zijn met Kerstmis in Hawaï gebleven.

Elle est allée à Hawaii plusieurs fois.

Ze is een paar keer naar Hawaï geweest.

L'été prochain je veux aller aux îles Hawaii.

Volgende zomer wil ik naar Hawaï.

- Hawaii est un paradis terrestre.
- Hawaï est un paradis sur terre.

Hawaï is een paradijs op aarde.