Translation of "Hawaï" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Hawaï" in a sentence and their dutch translations:

J'aime aussi aller à Hawaï.

Ik zou ook wel eens naar Hawaï willen.

Je souhaite aller à Hawaï.

Ik wil naar Hawaï.

Naviguant de San Francisco jusqu'à Hawaï.

van San Francisco naar Hawaï.

Hawaï est une destination touristique populaire.

Hawaï is een populaire toeristische bestemming.

Le printemps suivant, je veux aller à Hawaï.

- Ik wil volgend voorjaar naar Hawaï.
- In de volgende lente wil ik naar Hawaï.

Au printemps prochain, je veux aller à Hawaï.

In de volgende lente wil ik naar Hawaï.

- Hawaii est un paradis terrestre.
- Hawaï est un paradis sur terre.

Hawaï is een paradijs op aarde.

- À Hawai, on peut se baigner dans la mer toute l'année.
- À Hawaï on peut se baigner dans la mer toute l'année.

- In Hawaï kan men het jaar door in zee zwemmen.
- Op Hawaï kan men het hele jaar door in de zee baden.