Examples of using "Gâteaux" in a sentence and their dutch translations:
- Ik eet graag taart.
- Ik hou van gebak.
- Ze is gek op cake.
- Ze vindt cake heerlijk.
Er is nog wat taart over.
- De kinderen houden echt veel van de koeken.
- Kinderen houden veel van koeken.
Er waren twee taarten.
Deze koekjes hebben de vorm van sterren.
Mijn moeder weet hoe je taarten maakt.
Ik hou van aardbeien op kerstcake.
Ze eet geen geen gebakjes om niet verder aan te komen.
- Ze is gek op cake.
- Ze is echt gek op cake.
Dorenda is echt een aardig meisje, ze deelt haar koekjes met me.