Examples of using "Adore" in a sentence and their dutch translations:
Hij houdt van voetbal.
Zij is gek op koken.
Hij is dol op reizen.
Zij houdt van tuinieren.
Hij houdt van vissen.
Tom zingt heel graag.
Tom is gek op Maria.
Hij houdt van tuinieren.
- Hij zingt graag.
- Hij houdt van zingen.
- Hij is dol op zingen.
- Ze houdt van zingen.
- Ze is dol op zingen.
- Tom is dol op vissen.
- Tom houdt van het vissen.
- Ik hou van u!
- Ik heb u graag!
Ze houdt van lezen.
Tom houdt van Maria.
Hij houdt van aandacht.
Linda houdt van chocola.
Ze houdt van katten.
Hij houdt van treinen.
Hij houdt van voetbal.
Tom houdt van skiën.
Ze is dol op dieren.
Ze houdt van antiek.
Hij houdt van muziek.
Hij houdt van dieren.
- Ze is gek op cake.
- Ze vindt cake heerlijk.
Ze houdt erg veel van bloemen.
Ann houdt van chocolade.
Ze houdt van kinderen.
- Tom is gek op chocola.
- Tom houdt van chocolade.
Maria is gek op die auto.
Zij houdt van eekhoorns.
Hij houdt van koffie.
Zij houdt van koffie.
Hij is gek op fietsen.
Sabine houdt van pruimen.
Tom houdt hiervan.
Ze vind het echt leuk om gedichten te schrijven.
Mijn zoon houdt van raketten.
- Mijn vader is dol op pizza.
- Mijn vader houdt erg van pizza.
Mijn zus houdt veel van kinderen.
Ze is dol op tennissen.
Hij houdt erg van zijn kleinzoon.
Mijn moeder is gek op muziek.
Iedereen houdt ervan.
Susie houdt van Japanse muziek.
Tom houdt van sportevenementen.
Tom houdt van piano spelen.
Hij is gek op sciencefictionromans.
Mijn kat houdt van garnalen.
- Zij houdt van vissen.
- Hij houdt van vissen.
Ik hou van jullie beiden.
Hij zingt graag.
- Tom houdt hiervan.
- Tom vindt dat leuk.
Mijn dochter is gek op touwtjespringen.
Mijn vader speelt heel graag gitaar.
Mijn vrouw houdt van appeltaart.
Hij houdt er erg van zich in de spiegel te bekijken.
Zij houdt van haar kinderen.
Ik hou van jullie allemaal.
We houden van ons land.
Tom houdt van spaghetti.
Tom houdt van tulpen.
Ze houdt erg veel van bloemen.