Examples of using "Fraises" in a sentence and their dutch translations:
Ik hou van aardbeien!
- Ik at jouw aardbeien.
- Ik at uw aardbeien.
- Ik at jullie aardbeien.
Ik hou van aardbeien!
- Hou jij van aardbeien?
- Houdt u van aardbeien?
- Houden jullie van aardbeien?
Waar zijn de aardbeien?
Ik at jouw aardbeien.
Het is nu het seizoen voor aardbeien.
Het is nu het seizoen voor aardbeien.
Het mandje was gevuld met aardbeien.
De doos zat vol met aardbeien.
Het is nu het seizoen voor aardbeien.
We planten alleen aarbeien in onze tuin.
Ik hou van aardbeien op kerstcake.
Ik hou erg van aardbeien met slagroom.
De verse aardbeien gingen als warme broodjes van de hand.
Zij houdt van aardbeien, en haar zus houdt van appels.
- De mand zat tot de rand toe vol met aardbeien.
- De mand was tot de nok toe vol met aardbeien.
Tom en Maria's kinderen houden van aardbeien.
We hebben perziken, artisjokken, courgettes, aardbeien en aubergines op de markt gekocht.
"Wat is je favoriete aardbeiendessert?" - "Ik hou erg van aardbeien met slagroom."
- "Waar ga je met die mest heen?" "Die is voor op de aardbeien." "Bah! Wij doen er room op!"
- „Wat doe je met die mest?” „Die is voor op de aardbeien.” „Jakkes! Wij doen er room op!”