Examples of using "Désaccord" in a sentence and their dutch translations:
Sami was het daar niet mee eens.
- Is iemand het daar niet mee eens?
- Is iemand het daarmee oneens?
U bent het altijd oneens met mij.
Tom ging niet akkoord.
Ik kan het daarmee niet oneens zijn.
en ik werd immuun voor meningen waar ik het misschien niet mee eens was --
Lees en luister naar mensen waar je het flagrant niet mee eens bent.
- Ik ben niet akkoord.
- Ik ben het niet eens.
- Ik ga niet akkoord.