Examples of using "êtes" in a sentence and their dutch translations:
Weten jullie het zeker?
U bent gestoord.
- Jullie zijn creatief.
- U bent creatief.
- Bent u moe?
- Zijn jullie moe?
Zijn jullie moe?
- Ben je blij?
- Zijn jullie gelukkig?
- Zijn jullie blij?
Bent u Japans?
Zijn jullie nerveus?
- U bent oud.
- Jullie zijn oud.
- Ben je moe?
- Bent u moe?
- Zijn jullie moe?
- Wie bent u?
- Wie zijn jullie?
Weet u dat zeker?
Jullie zijn rijk.
Zijn jullie Amerikaans?
U bent er klaar voor.
Jullie zijn sterk.
Wie bent u?
Jullie zijn mooi.
Ben je zenuwachtig?
U bent verontschuldigd.
U bent ziek!
- U bent walgelijk.
- U bent smerig.
Zijn jullie studenten?
Jullie zijn zwak.
Met hoeveel zijn jullie?
U bent nerveus.
Zijn jullie gelukkig?
- Zijt ge dokter?
- Bent u een dokter?
Bent u verdwaald?
Ben je gewond?
- U bent grappig.
- Jullie zijn grappig.
- Je bent grappig.
U bent erg moedig.
Waar ben je geboren?
Bent u verdwaald?
- Je bent geweldig.
- U bent geweldig.
- Jullie zijn geweldig.
- Jij bent mooi.
- Jullie zijn mooi.
- Je bent mooi.
Zijn jullie daar zeker van?
Bent u nog altijd gehuwd?
Ben je opgestaan?
- Ben je zenuwachtig?
- Ben je nerveus?
- Bent u zenuwachtig?
- Zijn jullie zenuwachtig?
- Bent u nerveus?
- Zijn jullie nerveus?
Bent u Japans?
Ben je Japans?
Ben je nerveus?
Ben je klaar?
- Ge zijt mooi.
- Jij bent mooi.
- Jullie zijn mooi.
- Je bent mooi.
- Je bent taai.
- Je bent een harde.
Je bent goed.
- Je bent creatief.
- Jullie zijn creatief.
- U bent creatief.
- Ben je Amerikaans?
- Bent u Amerikaans?
- Zijn jullie Amerikaans?
Ben je gewond?
- Ben jij vegetariër?
- Bent u vegetariër?
- Je bent groot.
- U bent groot.
- Jullie zijn groot.
- Je bent dronken.
- U bent dronken.
- Jullie zijn dronken.
Je bent onschuldig.
- Je bent erbij betrokken.
- U bent erbij betrokken.
- Jullie zijn erbij betrokken.
- Je bent productief.
- U bent productief.
- Jullie zijn productief.
- Je bent humeurig.
- Jij bent humeurig.
- Je bent wispelturig.
- Jij bent wispelturig.
- Je bent driftig.
- Jij bent driftig.
Word je gevolgd?
Je hebt te hard gewerkt.
- Je hebt geluk.
- Jullie hebben geluk.
- U heeft geluk.
- Ze zijn creatief.
- U bent creatief.
- Je bent gestoord!
- U bent gestoord!
- Jullie zijn gestoord!
- Weet je het zeker?
- Zijt ge zeker?
- Weet u dat zeker?
- Weten jullie het zeker?
- Ben je zeker?
Ben je wakker?
Jullie zijn verbazingwekkend.
Wanneer zijn jullie geboren?
Zijt ge allemaal klaar?
Je bent zeer hulpvaardig.
U bent erg moedig.
- Wat spijt je?
- Wat spijt u?
Jullie zijn nog jong.
U bent erg moedig.
Jullie zijn echt gek.
Jullie zijn zo ongeduldig.
Bent u ook Duits?
- Ben je blij?
- Ben je gelukkig?
- Zijn jullie gelukkig?
- Bent u gelukkig?
- Bent u blij?
- Zijn jullie blij?
- Ben je klaar?
- Zijn jullie voorbereid?
- Weet je het zeker?
- Zijt ge zeker?
- Weet u dat zeker?
- Weten jullie het zeker?
- Ben je zeker?
Zijt ge in contact gebleven?
- Je bent veilig.
- U bent veilig.
- Jullie zijn veilig.
- Ben je gek!
- Je bent gestoord!
- U bent gestoord!
- Jullie zijn gestoord!
Ben je er klaar voor?
Ben je er klaar voor?
Ben je er klaar voor?
"Je bent verantwoordelijk
Jullie zijn dokters.
Zijn jullie Chinees?
Jullie zijn Zweeds.
Je bent groot.
Met hoeveel zijn jullie?
- Ben je advocaat?
- Bent u advocaat?