Examples of using "Dessus" in a sentence and their dutch translations:
Druk erop.
Trek eraan.
Ga eroverheen!
Zie hierboven.
- Ze gaat er helemaal los op.
- Ze heeft er de pik op.
Toevallig ben ik hem tegengekomen.
De wc is boven.
- Ik werd neergeschoten.
- Ik werd beschoten.
Het is je gelukt!
Nu zit ik erop.
- Hij schoot hem neer.
- Hij schoot haar neer.
- Zij schoot hem neer.
- Zij schoot haar neer.
- Blijf gefocust op dit!
- Blijf hierop gefocust!
- Werd u neergeschoten?
- Werd je neergeschoten?
- Werden jullie neergeschoten?
Tom viel overboord.
Je trekt hem over je heen.
Schrijf je naam hier op.
Kijk eens naar dit.
Schreeuw niet tegen me.
Laten we er niet meer over praten.
Het is boven.
Ik weet er veel van.
Daarover zijn we het eens.
dat de lucht daar rimpelloos blauw is.
Ik wil er niet op gaan staan.
met een laken erover gegooid
Van dit boek houd ik het meest.
Vet drijft bovenop.
Ik bespuw u niet.
Dat gaat mijn krachten te boven.
We vliegen boven de wolken.
Tom viel overboord.
Druk erop.
Ga je eroverheen of eronderdoor?
We gooien dit... ...over een tak.
Ik zet mijn volledige gewicht erop.
Daar vertrouw ik mijn leven aan toe.
Het moment dat je je gewicht erop zet.
Als ik deze buff gebruik... ...en erop plas.
- Vogels vliegen over de bomen.
- Er vliegen vogels over de bomen.
Een majoor staat boven een kapitein.
Zijn paard sprong over het hek.
Ons vliegtuig vloog boven de wolken.
Leg dat boek boven op de andere.
We wonen boven onze buurman.
- Over m'n lijk!
- Over mijn lijk!
Er groeien wingerds overheen.
Simon en Garfunkel hebben er een lied over geschreven.
Er hing mist boven de rivier.
Hij woont boven mij.
- Welzijn is belangrijker dan welvaart.
- Gezondheid gaat boven rijkdom.
Let vooral op je maaltijden.
Boven alles hebben kinderen liefde nodig.
Ik zag de maan boven het dak.
De oude vrouw werd bijna overreden.
Hij viel overboord en verdronk.
Die hierboven vermelde zending werd behoorlijk afgeleverd.
- Ik hou ervan om te winnen.
- Ik win graag.
Ik wil niet neergeschoten worden.
Mijn cijfers zijn hoger dan gemiddeld.
Op de verjaardagstaart staan twaalf kaarsjes.
De vingers bewogen snel over het klavier.
De dikke man sprong over de ondiepe sloot en struikelde.
Het ijs was dik genoeg om erop te gaan.
Daarenboven zijn er ook nog andere redenen.
- Het ijs is dik genoeg om erop te stappen.
- Het ijs is dik genoeg om erop te lopen.
Niemand had gedurfd of zelfs overwogen om hem daarmee te confronteren.
Ik zweef erboven en voel haar daar.
Ik wil bovenal gezond zijn.
Ik zag hen arm in arm lopen.
Zwarte wolken dreven over de stad heen.
Ik kan het daarmee niet oneens zijn.
Hij verloor zijn evenwicht en viel over zijn fiets.