Examples of using "Afrique " in a sentence and their dutch translations:
Nijlpaarden leven in Afrika.
Hij wil naar Afrika gaan.
Het is net avond in Zuid-Afrika.
De Poolse deskundigen werken in Afrika.
In Zuid-Afrika, waar ik vandaan kom,
Maria werkt voor een NGO in Afrika.
Hoeveel landen zijn er in Afrika?
Marie heeft haar kinderjaren in Afrika doorgebracht.
Veel kinderen in Afrika sterven van de honger.
De oorlog in Europa werd naar Afrika overgezet.
Olifanten leven in Azië en Afrika.
- De mens is afkomstig uit Afrika.
- De mens komt oorspronkelijk uit Afrika.
Er zijn geen wilde tijgers in Afrika.
In subsaharaans Afrika leven honderden miljoenen mensen
Toen in 2014 ebola uitbrak in West-Afrika,
Veel mensen in Afrika werden gedood door de stormwind.
Mijn land ligt in Noord-Afrika, ten zuiden van de Middellandse Zee.
Men zou een dorp in Afrika kunnen voeden van het geld dat een iPhone-abonnement kost.
Dit kleine eiland in Mosselbaai, Zuid-Afrika... ...is de thuisbasis van 4000 Kaapse pelsrobben.
Het land van de Palestijnen ligt noch in Noord-Afrika, noch in de golflanden, maar in Palestina.
Het merendeel van de mensen die met een vork eten, woont in Europa, Noord-Amerika en Latijns-Amerika; mensen die met stokjes eten, wonen in Afrika, het Nabije Oosten, Indonesië en India.
In de dierentuin praten de dieren over de eerstvolgende vakantie: - Vertel me, giraffe, waar ga je op vakantie naartoe? - Nou, ik heb een grote nek, mijn vrouw heeft een grote nek en mijn kinderen hebben ook grote nekken. En omdat we niet graag opvallen, gaan we naar Afrika, waar andere giraffen zijn. - En jij ijsbeer, waar ga je heen? - Nou, ik heb een grote vacht, mijn vrouw heeft een grote vacht en mijn kinderen hebben ook een grote vacht. En omdat we niet graag opvallen, gaan we naar de Noordpool, waar andere ijsberen zijn. - En jij, de krokodil, waar ga jij heen? - Nou, ik heb een grote mond, mijn vrouw heeft een grote mond, mijn kinderen hebben ook een grote mond, dus omdat we niet graag opgemerkt worden, gaan we naar Londen....