Examples of using "Seed" in a sentence and their dutch translations:
De ultieme langeafstands-zaadjesverspreider.
Het zaad begint te ontkiemen.
Wanneer heb je het gazon bezaaid?
Het kleine zaadje is een grote boom geworden.
Hoeveel kost een kilo mosterdzaad?
Als je een appelzaadje plant, kan er een boom uit groeien.
Ziet, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat de ploeger den maaier, en de druiventreder den zaadzaaier genaken zal; en de bergen zullen van zoeten wijn druipen, en al de heuvelen zullen smelten.