Examples of using "Lawn" in a sentence and their dutch translations:
...met het gazon maaien.
Tom gaf het gazon water.
Tom geeft het gazon water.
- Het gras moet worden gesproeid.
- Het gazon moet worden besproeid.
Wanneer heb je het gazon bezaaid?
Mijn moeder vertelde me het gras te maaien.
We legden ons in het gras.
De tuinier moest het gras maaien.
Mijn moeder vertelde me het gras te maaien.
Ik maai het gras morgen als het niet regent.
- Ik zou graag hebben dat jullie onmiddellijk na het ontbijt het gras maaien.
- Ik zou graag hebben dat je onmiddellijk na het ontbijt het gras maait.
- Ik zou graag hebben dat u onmiddellijk na het ontbijt het gras maait.
Maai bijvoorbeeld niet je gazon om 7 uur op zaterdagochtend.
Wat hebt u vanochtend gedaan? -Gewerkt. Ik heb het gras gemaaid. Ik ben best nerveus.
Twee keer in de week kwam de tuinman om het gras te maaien, daarom kon ik nooit in het lange gras liggen.
Twee keer in de week kwam de tuinman om het gras te maaien, daarom kon ik nooit in het lange gras liggen.