Translation of "Might" in Dutch

0.016 sec.

Examples of using "Might" in a sentence and their dutch translations:

It might freeze, it might thaw.

Het kan vriezen en het kan dooien.

It might be.

Het zou kunnen.

It might rain.

- Het gaat misschien regenen.
- Het kan gaan regenen.

Might makes right.

Wie de kracht heeft, heeft het recht.

Might is right.

- Macht is recht.
- Macht geeft recht.

She might come.

- Ze zal misschien komen.
- Ze komt misschien.

Tom might know.

Misschien weet Tom het.

I might eat.

- Ik ga misschien eten.
- Misschien eet ik.

This might interest you.

Dit zou u kunnen interesseren.

It might prove useful.

Het kan nuttig zijn.

It might rain today.

Het regent misschien vandaag.

Tom might be right.

Misschien heeft Tom gelijk.

You might meet him.

Het zou kunnen dat je hem gaat ontmoeten.

It just might work.

- Het gaat misschien werken.
- Misschien werkt het.

It might be dangerous.

Het kan gevaarlijk zijn.

Might I come in?

Mag ik binnenkomen?

That might be true.

- Dat zou waar kunnen zijn.
- Dat zou kunnen.

Mary might be exaggerating.

Maria overdrijft misschien.

- He said he might not win.
- She said she might not win.

Hij zei dat hij misschien niet zou winnen.

This might be quite exciting.

Dit kan best spannend zijn.

Tomorrow it might be me.

Morgen kan ik het zijn.

I might have an accident!

Ik zou een ongeluk kunnen krijgen!

Tom might call Mary tonight.

Tom belt Mary misschien vanavond.

Tom might be a vegetarian.

Tom zou een een vegetariƫr kunnen zijn.

I might need your help.

Misschien heb ik je hulp nodig.

I might vote for Tom.

Misschien stem ik op Tom.

Somebody else might get hurt.

Iemand anders zou gekwetst kunnen worden.

You might have an accident.

Je zou een ongeluk kunnen krijgen.

Well, you might be right.

Nou, je zou gelijk kunnen hebben.

Might I ask your age?

- Mag ik jouw leeftijd vragen?
- Mag ik naar je leeftijd vragen?

She might not come tomorrow.

Ze zal morgen misschien niet komen.

It might also mean that we might be able to start to address

Het kan ook betekenen dat we de mogelijkheid zullen hebben

- He's afraid that he might be late.
- He's worried that he might be late.

Hij is bezorgd dat hij misschien te laat komt.

Saying that she might harm herself,

waarin stond dat ze zichzelf iets aan zou kunnen doen,

You might be thinking I'm ridiculous,

Je denkt misschien dat ik gek ben,

It might keep other civets away,

Het houdt andere loewaks dan wel weg...

You might as well not exist."

Je kan evengoed niet bestaan."

He died, so we might live.

Hij is gestorven zodat wij konden leven.

- It may rain.
- It might rain.

- Het zal misschien regenen.
- Het gaat misschien regenen.
- Misschien gaat het regenen.
- Het kan gaan regenen.

I might be able to help.

- Ik zou kunnen helpen.
- Ik kan misschien helpen.

Tom might come to visit us.

Tom komt ons misschien bezoeken.

Tom and Mary might break up.

Tom en Mary gaan misschien uit elkaar.

You might need the calculator now.

Je hebt nu misschien een rekenmachine nodig.

You might as well go home.

Je kan net zo goed naar huis gaan.

Tom might be allergic to peanuts.

Tom is mogelijk allergisch voor pinda's.

- She may come.
- She might come.

- Ze zal misschien komen.
- Ze komt misschien.
- Misschien komt ze.

I'd hoped you might be here.

Ik had gehoopt dat je hier ging zijn.

I might be a little late.

Ik ben misschien wat te laat.

You never know what might happen.

Je weet maar nooit wat er kan gebeuren.

Someone might try to steal it.

Iemand kan het proberen te stelen.

And just who might you be?

En wie ben jij dan?

They might be older than us.

Ze zijn wellicht ouder dan wij.

I try with all my might.

Ik probeer het met al mijn krachten.

I might never see you again.

Misschien zie ik je nooit meer terug.

Might I ask you a question?

Mag ik je iets vragen?

It might take a little while.

Het kan wel even duren.

We might have underestimated his ability.

We hebben zijn bekwaamheid misschien wel onderschat.

Tom might not be hungry yet.

- Misschien heeft Tom nog geen honger.
- Tom heeft wellicht nog geen honger.

Who knows what might happen tomorrow?

Wie weet wat er morgen gebeurt.

Sami might be allergic to something.

Sami is mogelijk ergens allergisch voor.

Tom might not know the answer.

Het kan zijn dat Tom het antwoord niet weet.

He said he might not win.

Hij zei dat hij misschien niet zou winnen.

I think I might like him.

Ik denk dat ik hem wel mag.

- I thought it might be worth something.
- I thought that it might be worth something.

Ik dacht dat het iets waard zou kunnen zijn.

- I'm afraid that I might make you angry.
- I'm afraid I might make you angry.

Ik ben bang dat ik je boos zou maken.

- Tom is afraid that he might look stupid.
- Tom is afraid he might look stupid.

Tom is bang dat hij dom zal overkomen.

- She might know the answer.
- She might possibly know the answer.
- Maybe she knows the answer.

Zij weet wellicht het antwoord.

- Maybe you're right.
- You might be right.
- Perhaps you're right.
- I think you might be right.

Misschien heb je gelijk.

And where might we go from here?

En hoe gaan we er verder mee om?

You might have a range of responses.

kan je een scala van reacties hebben.

But it might be a safer bet.

Maar het is veiliger.

And that might be worth checking out.

Dat is mogelijk de moeite waard.