Examples of using "Large" in a sentence and their dutch translations:
Groot of klein?
Het is te groot.
- Het is tamelijk groot.
- Het is vrij groot.
Hij heeft grote blauwe ogen.
Hoe groot is het?
- Ze heeft grote borsten.
- Zij heeft grote borsten.
Ik had erge trek.
Pelikanen hebben grote snavels.
- Amerika is heel groot.
- Amerika is erg groot.
- Twee grote koffie, alsjeblieft.
- Twee grote koffie, alstublieft.
De keuken is groot.
Jupiter is enorm.
Die kamer is niet zo groot.
Mijn huis is niet erg groot maar groot genoeg voor mij.
Mijn familie is helemaal niet groot.
Mijn familie is helemaal niet groot.
- De kamer van mijnheer Johnson was een grote.
- De kamer van de heer Johnson was een grote kamer.
Ze hebben een groot huis.
We hebben een groot pak ontvangen.
Meneer White's tuin is groot.
Hij heeft grote blauwe ogen.
De verdachte loopt nog vrij rond.
Ze heeft grote blauwe ogen.
John erfde een groot fortuin.
Deze kamer is groot genoeg.
Ik heb een grote familie.
Canada is een groot land.
Braziliƫ is een groot land.
Hij is nog steeds op vrije voeten.
Ze bestelden een grote pizza.
- De dikke darm neemt water op.
- De dikke darm absorbeert water.
Hoe groot is uw familie?
Hij heeft een grote familie.
China is een groot land.
Jij bent groot.
Ik heb een grote kamer.
Mijn familie is helemaal niet groot.
Het equivalent van negen grote pizza's.
De moordenaar loopt nog altijd op vrije voeten.
Er was daar een grote menigte.
Een grote portie friet alstublieft.
Ik kom uit een groot gezin.
Tom heeft een heel groot ego.
Hij werkt voor een grote fabriek.
Tom overhandigde Mary een grote envelop.
Deze kathedraal heeft een grote orgel.
Mijn oom heeft een grote familie.
- Deze kamer is niet zo groot.
- Die kamer is niet zo groot.
Mijn familie is niet heel groot.
Deze krant heeft een hoge oplage.
Tom werkt voor een grote firma.
Ik rustte uit onder de grote boom.
Layla had een groot slagersmes.
Het land heeft een grote bevolking.
Het is te groot.
- Tom heeft een enorme lul.
- Tom heeft een heel grote penis.
Ik wil een grote portie rijst, alstublieft.
- Ik heb een grote familie.
- Ik heb een groot gezin.
Tom heeft grote handen.
Kijk, dat is een groot zoogdier.
We eindigden met een grote Maan
menselijke beschavingen niet langer in stand kunnen houden.