Examples of using "Relative" in a sentence and their dutch translations:
- Hij is familie van het zevende knoopsgat.
- Hij is een familielid van Adam.
- Hij is een verwant van Adam.
Dat vind ik een betrekkelijk begrip.
Een goede buur is beter dan een slecht familielid.
Ondanks haar uiterlijk is ze eigenlijk een verre verwant van ons.
Het aangehaalde probleem is er geen, maar er zijn problemen in het leesgedeelte die vereisen dat je betrekkelijke voornaamwoorden van betrekkelijke bijwoorden onderscheidt.
Tegenwoordig is er een relatief vreedzaam klimaat in het zuidoosten.