Examples of using "One" in a sentence and their dutch translations:
Nog eentje?
Eén en één is twee.
Eén voor allen, allen voor één.
Honderd cent is gelijk aan een dollar.
Gelieve één voor één binnen te komen.
- Ik wil er één!
- Ik wil er eentje!
Eén voor allen, allen voor één.
Allen voor één, één voor allen!
- Nogmaals!
- Nog een keer!
Niemand antwoordt.
Hier is een.
Een tarantula.
één idee,
Nummer één:
Eén prooi...
Alles is één.
Die daar!
Een ogenblikje...
- Wil je er een?
- Wilt u er een?
- Wil je er eentje?
- Wilt u er eentje?
Welke?
Kies er één.
Een vraag.
Nog eentje?
Jij bent het.
Het is onmogelijk om Rome in één dag te bezichtigen.
Ik zal er een kopen.
Men moet geen beloftes doen die men niet kan nakomen.
Elf keer elf is honderdeenentwintig.
De nuldate is één afspraakje in één uur.
Er is niemand hier.
Hoe meer men heeft, hoe meer men begeert.
Niemand weet wat hem morgen overkomt.
Niemand antwoordde.
Ik neem dit wel.
Men is nooit zo gelukkig, als gedacht.
- Het is er een van.
- Hij is er een van.
- Hij is een van hen.
Men moet minstens één vreemde taal leren.
Deze is net zo goed als die.
Ik moet er een kopen.
Een vraag was:
Eén, twee, drie.
Je kan je afvragen
Van spektakel...
verschijnt er een scheur,
vormden samen één geheel.
- Neem er alstublieft een.
- Neem er alsjeblieft een.
- Probeer er alsjeblieft een.
- Probeer er alstublieft een.
- Eén biertje, alstublieft!
- Eén biertje, alsjeblieft!
Het is één uur.
Neem er gewoon een.
Neem er maar een.
Laten we er één nemen.
Niemand speelde vals.
Niemand lachte.
Kook één ei.
Kies één persoon.
en deze?
is hij niet de enige.
Ik heb er een geschilderd.
Ik heb er een gedownload.
Ik proefde er eentje.
Ik gaf er een water.
Ik heb er een!
Laten we er een proberen.
Niemand begrijpt me.
- Niemand schreeuwde.
- Niemand riep.
Niemand is in paniek geraakt.
- Nogmaals?
- Nog een keer?
We hebben er eentje gevonden.
Niemand antwoordde.
Niemand ging weg.
- Niemand merkte het.
- Niemand had het door.
Niemand antwoordde.