Translation of "She's" in Dutch

- She's coming!
- She's coming.

Ze komt!

She's absent because she's sick.

Ze is afwezig wegens ziekte.

- She's minging.
- She's a minger.

- Ze is zo lelijk als de zonde.
- Ze is zo lelijk als de nacht.

- She's our neighbour.
- She's our neighbor.

Zij is onze buurvrouw.

- She's rolling in money.
- She's loaded.

Ze zwemt in het geld.

- She's pregnant.
- She's up the duff.

Ze is zwanger.

- She's too fast.
- She's too quick.

Ze is te snel.

So, she's young, but she's showing that she's beginning to understand.

Ze is jong, maar ze laat zien dat ze het begint te begrijpen.

She's there.

Daar is ze.

She's faking.

Ze simuleert.

She's bisexual.

Zij is biseksueel.

She's dieting.

Ze volgt een dieet.

She's rich.

Ze is rijk.

She's addicted.

- Ze is verslaafd.
- Ze heeft een verslaving.

She's Brazilian.

Ze is Braziliaanse.

She's depressed.

Zij is depressief.

She's divorced.

Ze is gescheiden.

She's anorexic.

Ze heeft anorexia.

She's cruel.

- Ze is gemeen.
- Ze is wreed.

She's nuts.

- Zij is gek.
- Zij is gestoord.

She's good.

Zij is goed.

She's coming!

Ze komt!

She's cooking.

- Ze kookt.
- Zij kookt.

She's writing.

Ze schrijft.

She's Dutch.

Ze is Nederlands.

She's loaded.

Ze zwemt in het geld.

She's vulgar.

Zij is grof.

She's bad.

Het is een plaag.

She's nice.

Ze is aardig.

She's pretty.

- Zij is mooi.
- Ze is knap.

She's hyperactive.

Ze is overactief.

She's autistic.

Zij is autistisch.

She's smoking.

- Zij rookt.
- Zij is aan het roken.

She's old!

Ze is oud.

She's lucky.

Zij heeft geluk.

She's driving.

Ze rijdt met haar auto.

She's assertive.

Ze toont assertiviteit.

She's multilingual.

- Ze is meertalig.
- Zij is meertalig.

She's innocent.

- Ze is onschuldig.
- Zij is onschuldig.

She's tired.

Ze is moe.

She's bleeding.

Ze bloedt.

- She is beautiful.
- She's beautiful.
- She's pretty.

Zij is mooi.

- She is crazy.
- She's crazy.
- She's demented.

Ze is gestoord.

- She's away on vacation.
- She's on vacation.

Zij is op vakantie.

She's not my girlfriend. She's my sister.

Zij is niet mijn vriendin. Ze is mijn zus.

- She's buying food.
- She's buying some food.

Ze koopt eten.

She's not his wife. She's his daughter.

Ze is niet zijn vrouw. Ze is zijn dochter.

She's an incredible girl. She's called Dana, she's a St. Bernard rescue dog.

Ze is een geweldige meid. Ze heet Dana, een Sint Bernard reddingshond.

- She's very beautiful.
- She's a beauty.
- She is very beautiful.
- She's very pretty.

Ze is erg knap.

- She's completely lost her mind.
- She's gone completely mad.
- She's gone completely nuts.

Ze is helemaal gek geworden.

Esther is smart, she's funny, and she's kind.

Esther is slim, grappig en aardig.

- She's a shopping addict.
- She's addicted to shopping.

Ze is verslaafd aan winkelen.

She's faking sleep. That's why she's not snoring.

Ze doet alsof ze slaapt, daarom snurkt ze niet.

- She's on the loo.
- She's in the khazi.

Ze zit op de wc.

She's still undecided.

Ze heeft nog steeds niet besloten.

She's a latecomer.

Ze is een laatkomer.

She's almost there.

Ze is er bijna.

She's not alone.

Ze is niet alleen.

She's made it.

...heeft ze het gered.

She's wearing sunglasses.

- Ze draagt een zonnebril.
- Zij heeft een zonnebril op.

She's strong-willed.

Ze heeft een sterke wil.

She's my wife.

Zij is mijn vrouw.

She's my type.

Zij is mijn type.

She's Tom's sister.

- Zij is de zus van Tom.
- Zij is Toms zus.

She's turning red.

Ze wordt rood.

She's a pescetarian.

Ze is pescotariër.

She's really quick.

Ze is echt snel.