Translation of "Bad" in Dutch

- Not bad.
- Not bad!

- Lang niet gek gedaan.
- Niet slecht.

- My bad.
- My bad!

Mijn schuld.

- Shame on you!
- Bad boy!
- Bad girl!
- Bad dog!
- Ew.

Foei!

- My bad.
- My bad!
- My mistake!

Mijn fout!

Bad idea.

Slecht idee.

Not bad.

Niet slecht.

Bad luck!

Pech!

Too bad.

Schande!

Bad dog!

Foei!

You're bad.

Je bent gemeen.

She's bad.

Het is een plaag.

- Tom wasn't that bad.
- Tom wasn't bad.

Tom was niet zo slecht.

- Is it bad?
- Is it that bad?

Is het erg?

- I've got bad news.
- I've got some bad news.
- I have bad news.
- I have some bad news.

Ik heb slecht nieuws.

- Bad news travels fast.
- Bad news travels quickly.

Slecht nieuws gaat snel.

- It's not that bad.
- It isn't that bad.

Het valt wel mee.

- It's not so bad.
- It isn't so bad.

Het valt best mee.

- That wasn't so bad.
- That wasn't too bad.

- Dat viel mee.
- Dat viel wel mee.

- What a bad movie!
- What a bad film!

Wat een slechte film!

- That wasn't so bad.
- It wasn't so bad.

Dat viel mee.

- He's a bad loser.
- She's a bad loser.

- Hij kan niet tegen zijn verlies.
- Zij kan niet tegen haar verlies.

- That's not a bad idea.
- That idea isn't bad.
- It's not a bad idea.
- It isn't a bad idea.

- Dat is geen gek idee.
- Dat is geen slecht idee.

This is bad.

Dit is niet goed.

This is bad!

Dit is niet goed.

Equality is bad.

Gelijkheid is slecht.

Is it bad?

Is het erg?

- Too bad.
- Alas.

Helaas.

God is bad.

God is slecht.

It smells bad.

- Het stinkt.
- Het ruikt slecht.

You're not bad.

Je bent vrij goed.

- Wow!
- Not bad!

Da's niet gek!

Tom is bad.

Tom is slecht.

It'd be bad.

Dat zou slecht zijn.

The bad kids.

en stoute kinderen straft.

Are things bad?

Zijn dingen slecht?

That's too bad.

- Jammer.
- Wat jammer!
- Dat is jammer.

Everything is bad.

Alles is slecht.

War is bad.

- Vechten is slecht.
- Ruzie is slecht.
- Oorlog is slecht.

Zombies are bad.

Zombies zijn slecht.

That wasn't bad.

Dat was niet slecht.

I felt bad.

Ik voelde me slecht.

He smells bad.

Hij stinkt.

Tom feels bad.

- Tom voelt zich slecht.
- Tom voelt zich schuldig.
- Tom voelt zich rot.

It's very bad.

Het is heel slecht.

He wasn't bad.

Hij was niet slecht.

She smells bad.

- Ze ruikt slecht.
- Zij ruikt slecht.
- Ze stinkt.
- Zij stinkt.

They smell bad.

- Ze ruiken slecht.
- Zij ruiken slecht.
- Ze stinken.
- Zij stinken.

Such bad luck!

Wat een pech!

- What is the bad news?
- What's the bad news?

Wat is het slechte nieuws?

- It's bad for you.
- That is bad for you.

Het is slecht voor je.

- The idea is not bad.
- The idea isn't bad.

Het idee is niet slecht.

- That's a bad idea.
- That is a bad idea.

Dat is een slecht idee.

- I'm getting a bad feeling.
- I'm having a bad feeling.
- I have a bad feeling.

Ik heb een slecht gevoel.

- His clothes always smell bad.
- Her clothes always smell bad.
- Your clothes always smell bad.

- Zijn kleren stinken altijd.
- Zijn kleren ruiken altijd slecht.
- Zijn kleding stinkt altijd.
- Uw kleding stinkt altijd.

- He has poor eyesight.
- His eyesight is bad.
- He has bad eyes.
- He has bad eyesight.

Hij ziet slecht.

- He's not a bad boy.
- He's not a bad guy.

Hij is geen slechte kerel.

- I'm having a bad feeling.
- I have a bad feeling.

Ik heb een slecht gevoel.

- It's not so bad here.
- It isn't so bad here.

- Het is hier nog niet zo slecht.
- Het is hier minder erg.

- It was a bad movie.
- It was a bad film.

Het was een slechte film.

- It won't be so bad.
- It won't be that bad.

- Het zal wel meevallen.
- Zo erg zal het niet zijn.

- Being bald's not so bad.
- Being bald isn't so bad.

Kaal zijn is niet zo erg.

- This fish smells bad.
- This fish has a bad smell.

Deze vis stinkt.

I have bad breath.

Ik heb slechte adem.

The meat tastes bad.

Het vlees smaakt slecht.

The fruit went bad.

Het fruit bedierf.

The milk tasted bad.

De melk smaakte slecht.

I'm bad at sports.

Ik ben slecht in sport.

Bad news spreads quickly.

Slecht nieuws verspreidt zich snel.

His handwriting is bad.

Hij heeft een slecht handschrift.

- Bad luck!
- Tough luck!

Wat een pech!

Now I feel bad.

Nu voel ik me slecht.

What a bad movie!

- Wat een slechte film!
- Wat voor een slechte film.

It's a bad plan.

Dat is een slecht plan.

It's a bad investment.

Het is een slechte investering.