Examples of using "There" in a sentence and their dutch translations:
- Er was niemand daar.
- Er was niemand aanwezig.
Daar is niets te vinden.
- Er was niemand.
- Er was niemand aanwezig.
- Er was daar niemand.
- Is er daar water?
- Is er water daar?
Hallo daar!
- Er was niemand daar.
- Er was niemand.
- Er was daar geen hond.
- Er was daar niemand.
- Er was niemand daar.
- Er was niemand aanwezig.
- Er was daar niemand.
- Er is niemand.
- Niemand hier.
Wie is daar?
Het is daar.
Er was een brug daar.
Ik ben daar.
- Er waren daar acht kiezelstenen.
- Er waren daar acht kiezels.
Ga daar zitten.
Iedereen is daar.
Is daar een winkel?
- Er was niemand daar.
- Er was niemand aanwezig.
- Er was daar niemand.
Er was daar een grote menigte.
Daar is hij.
- Daar is hij.
- Daar heb je hem.
Daar is hij.
Bijna klaar.
Het is daar niet.
Is daar iemand?
Het sneeuwt daar.
Daar is hij.
Is daar iemand?
- Het is daar niet.
- Hij is daar niet.
- Ze is daar niet.
- Ze zijn daar niet.
zelfs daar,
Daar is ze.
Bijna klaar.
Kijk daar!
Stop daar.
Ga daar zitten.
Blijf hier.
- Daarginds!
- Daarheen!
Wacht daar.
Ga daarheen.
Iedereen is er.
Ze zijn daar.
- Wie is daar?
- Wie is dat daar?
Zo zie je maar weer.
Wat is er daar?
We zijn er bijna.
Wie zal er zijn?
Is daar iemand?
Wat ligt daar?
- Waar rook is, is vuur.
- Men noemt geen koe bont, of er is een vlekje aan.
Hoeveel gele bloemen zijn daar?
- Was je daar?
- Was u daar?
Waar er leven is, is er hoop.
Waar twijfel is, daar is vrijheid.
- Er was niemand aanwezig.
- Er was daar niemand.
- Er was een doodse stilte.
- Er was doodse stilte.
- Er was volledige stilte.
- Er heerste doodse stilte.
Is er een probleem?
Er zijn mensen met aandoeningen
Daar is ze, daar beneden.
Daar is ze, daar beneden. Dana.
Er is daar zeker iets van metaal.
Er is een zwaan in het water daar.
Hij ging daar zelden heen.
We zijn er nog niet.
Er was geen kat.
Er is geen oplossing.
Is daar iemand?
Waar licht is, is ook schaduw.
Er waren drie overlevenden.
Is er een God?
- Is er een andere mogelijkheid?
- Is er een alternatief?
- Wat doet Tom daar?
- Wat is Tom daar aan het doen?
Er zijn er drie.
Een belangrijk voordeel.
Daarboven.
Daar gaan we.
Daar is hij.